Biologisch-dynamische landbouw

Biologisch-dynamische landbouw (ook wel biodynamische landbouw[1]) is een vorm van biologische landbouw die gestoeld is op de antroposofische principes van filosoof Rudolf Steiner.[2][3] Er wordt een holistische kijk op de natuur en het boerderijleven gehanteerd. De natuur wordt gezien als een overal verbonden geheel. Zo is dus ook landbouw verbonden met klimaat, bodemvruchtbaarheid, watervervuiling, biodiversiteit, luchtkwaliteit, enz.

Biologisch-dynamisch geteelde producten krijgen veelal het Demeter-keurmerk. Producten die dit keurmerk hebben, kunnen ook een nationaal of regionaal bio-label dragen zoals het EKO-keurmerk in Nederland of het Biogarantie-keurmerk in België.

Ontstaansgeschiedenis

Deze teeltmethode ontstond in de jaren twintig van de twintigste eeuw als een reactie op bezorgdheid over de uitvinding van kunstmest.[3][4] Op verzoek van lokale boeren, hield Steiner rond Pinksteren van 1924 in Koberwitz een achttal voordrachten genaamd "Geesteswetenschappelijke grondslagen voor een vruchtbare ontwikkeling van de landbouw" die gezien worden als de basis van de biologisch-dynamische landbouw.[5] Steiner zag de aarde als een organisme dat een samenhang kent tussen dieren, planten, bodem en de kosmos en vreemde elementen dient te vermijden.[3] Hij ijverde voor zelfvoorzienende landbouw. Steiner was een van de eersten die de industrialisering van de landbouwsector openlijk ter discussie stelde.[6]

In de jaren nadien werden de eerste 'Demeter BD farm standards' opgesteld.[7] In 1928 waren de eerste normen en richtlijnen voorhanden. Deze 'farm standards' bevatten tal van normen en richtlijnen waaraan voldaan moet worden vooraleer een producent het Demeter-keurmerk kan dragen.

Demeter-keurmerk

Het keurmerk dat wordt gebruikt in de biodynamische landbouw is het Demeter-keurmerk, genaamd naar de Griekse godin van de vruchtbaarheid. Het beschrijft een reeks van normen en richtlijnen waaraan voldaan moet zijn om het keurmerk te mogen dragen. Net zoals het geval is bij het Biogarantie-keurmerk worden er ook in het geval van het Demeter-keurmerk controles uitgevoerd door officiële controle-instanties, op het al dan niet voldoen aan deze normen en richtlijnen.

Bij deze normen en richtlijnen staan bodemvruchtbaarheid en versterking van de natuurlijke groei centraal. De normen en richtlijnen handelen over:

  • Een ruime vruchtwisseling: zo wordt voorkomen dat de bodem eenzijdig wordt uitgeput. Een ruime vruchtwisseling is ook belangrijk in het - op natuurlijke wijze - voorkomen van ziekten.
  • Mestgebruik: zowel de herkomst van de gebruikte meststoffen, als de samenstelling en hoeveelheid is heel sterk gereglementeerd.
  • Het gebruik van biodynamische preparaten die op geheel natuurlijke wijze de vitaliteit van de producten bevorderen.
  • Herkomst van plant- en zaadgoed
  • Herkomst van veevoeder
  • Integriteit van dieren: nóg sterker dan in de biologische landbouw mag er niet aan de integriteit van vee geraakt worden. We denken hier aan het behoud van staarten, hoorns, snavels etc.
  • Natuurbeheer op de boerderij
  • Gemengde bedrijfsvoering: door een gemengde bedrijfsvoering te hanteren verhoogt een boerderij zijn zelfvoorzienende karakter. Binnen een gemengde bedrijfsvoering wordt zowel plantaardige als dierlijke productie gerealiseerd.
  • Persoonlijke ontwikkeling van mens en bedrijf: een sociaal en economisch gezond klimaat zijn belangrijk voor een biodynamisch bedrijf.
  • Duurzame afzet: binnen de biodynamische afzet wordt heel sterk gezocht naar lokale en directe afzetmethoden waarbij er contact met de klant bestaat.

Daarnaast zijn er ook tal van normen en richtlijnen die gehanteerd worden in de verwerkingssector. Deze handelen over het vermijden van verpakkingen, de chemische samenstelling van verpakkingen, ingrediënten, toegelaten smaakstoffen, conserveringsproducten en -methoden, toegelaten bewerkingen en opslagmethoden.

Teeltmethode

Centraal staat het versterken van de 'natuurlijke groei' middels aandacht voor de bodemvruchtbaarheid[3] en wordt er gestreefd naar hoge mate van diversiteit in geteelde gewassen en gehouden dieren.[3]

Kosmische krachten

In de biologisch-dynamische landbouw gaat men ervan uit dat hemellichamen invloed uitoefenen op de groei van de gewassen. Voor en tijdens het verbouwen van de gewassen houdt men daarom rekening met veronderstelde kosmische invloeden. De maan zou bijvoorbeeld niet alleen de getijstroom beïnvloeden, maar ook de waterhuishouding van gewassen.

De gang van de maan langs de dierenriem beïnvloedt de groei van gewassen. Kleuren spelen hierbij een rol. De Duitse Maria Thun onderzocht de invloed van maanstand ten opzichte van de dierenriem door jarenlange proeven met onder meer de verbouw van radijs. Zij verzamelde haar resultaten in 1963 in een zaaikalender met richtlijnen voor de goede momenten om de diverse gewassen te zaaien of poten. Ze benoemde de vier soorten van gewassen als bladgewassen (zoals sla en prei), wortelgewassen (ook knollen en rapen), vruchtgewassen (peulen, tomaten) en bloemgewassen. Deze corresponderen met de elementen water, aarde, lucht en vuur. Zo wijst in de theorie van Thun de stand van de sterren de ideale zaaimomenten aan.

Preparaten

In de biologisch-dynamische landbouw wordt er naast organische mest gewerkt met 'preparaten'.[8][9][10] Deze preparaten zouden de vermeende levenskracht van de gewassen ondersteunen. De kosmische krachten zouden via de organische preparaten naar de aarde geleid worden en zo een positieve invloed hebben op de groei van het gewas.

Sproeipreparaten

Veldpreparaten, voor het stimuleren van de vorming van humus:[11][12]

  • 500: Een humusmengsel bereid door een koehoorn te vullen met koemest en deze in de aarde (40-60 cm onder het oppervlak) te begraven in de herfst. Om in de winter te ontbinden en voor de volgende lente als meststof te worden teruggewonnen.
  • 501: Fijngemalen bergkristal gevuld in een koehoorn en begraven in de aarde in de lente en uitgehaald in de herfst. Het kan worden gemengd met 500, maar wordt meestal alleen bereid. Het mengsel wordt tijdens het natte seizoen onder zeer lage druk over het gewas gespoten, als een verondersteld antischimmelmiddel.

Compostpreparaten

De compostpreparaten die Steiner heeft aanbevolen, gebruiken kruiden die vaak worden gebruikt in alternatieve geneeswijzen. Veel van dezelfde kruiden waarnaar Steiner verwijst, worden in organische praktijken gebruikt om bladmeststoffen, groene mest of in compostering te maken. De voorbereidingen die Steiner besprak waren:

Elke boerderij zijn eigen interpretatie

Iedere biologisch-dynamische boerderij heeft haar eigen interpretatie. Sommige boerderijen gaan verder in het berekenen van kosmische invloeden dan andere bedrijven. Andere boerderijen focussen voornamelijk op de strenge normen en richtlijnen die een duurzame landbouw, bedrijfsvoering en afzet garanderen.

Daarnaast zijn de normen en richtlijnen zoals beschreven door de Demeter-associatie uiteraard een universele vereiste om het Demeter-keurmerk te kunnen behalen.

Omvang

Anno 2019 zijn er wereldwijd 5918 biodynamische bedrijven in 55 landen, grotendeels in Europa. Het totale areaal is 202.045 hectare.

Duitsland heeft het grootste aandeel biologisch-dynamische landbouwareaal (41,8%) met 84.426 hectare.

In Nederland zijn er 143 aangesloten boeren en tuinders, die samen 7.581 hectare gecertificeerde biodynamische boerderijen bewerken. België heeft vijf boerderijen die het Demeter-keurmerk met zich meedragen en samen een oppervlak van 67 hectare bewerken.[13]

Wetenschappelijk onderzoek

Decennialang onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Cambridge, toonde in 2009 aan dat biodynamisch gecultiveerde velden lagere absolute opbrengsten hebben dan conventioneel gecultiveerde velden, maar een betere efficiëntie van de productie haalt in verhouding tot de hoeveelheid gebruikte energie. Ook heeft het grotere aardwormpopulaties en biomassa dan conventionele velden. Beide factoren waren vergelijkbaar met het resultaat in biologisch gecultiveerde velden.[14]

In 2015 bleek uit onderzoek dat biodynamische landbouw een van de meest duurzame landbouwmethoden is in de moderne landbouw. Het heeft geen nadelige effecten op het milieu, produceert geen afval, omdat alles dat normaal gesproken als afval wordt beschouwd, naar andere delen van het bedrijf wordt gerecycled. Ook bleek dat preparaten 500-508 gunstige effecten hebben op de bodem en de kwaliteit ervan. De belangrijkste bevindingen waren dat compost behandeld met biodynamische preparaten 10% minder CO2 bevatte, een hogere verhouding van dehydrongenase-enzym tot CO2-productie had en een verhoogde microbiologische beweging had. Bovendien werd ook gevonden dat de behandelde compost een hogere gemiddelde temperatuur en een verhoogd gehalte aan organische stof had. De studie werd uitgevoerd door de Universiteit van Glasgow.[15]

Literatuur

  • Biodynamic Farm Standards, Demeter Association, Inc.
  • Anders omgaan met de aarde - Biologisch-dynamische landbouw voor nu en later, Willy Schilthuis - ISBN 90-6238-499-4
  • Biologisch-dynamisch tuinieren in de praktijk, Willy Schilthuis - ISBN 90-6238-799-3
  • Vruchtbare landbouw op biologisch-dynamische grondslag, Rudolf Steiner - ISBN 90-6038-507-1
  • Dynamisch Perspectief, tijdschrift van Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding
  • De Werking Van De Siderische Zon En Maan In De Landbouw, Hans Bruinsma, Stichting Agrikos - ISBN 90-809250-1-2.
  • Biodynamic Agriculture: An Introduction, Koepf, Pettersson en Schaumann - ISBN 978-0880101554.
Zie de categorie Organic farming van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.