Atlantische gemengde bossen

De Atlantische gemengde bossen is een ecoregio van de Atlantische kusten van West-Europa.

Atlantische gemengde bossen
WWF-codePA0402
LandenFrankrijk, België, Nederland, Duitsland, Denemarken
BioomGematigd loofbos of gemengd bos
EcozonePalearctisch gebied
FlorarijkHolarctis
KlimaatCfb, gematigd zeeklimaat
Forêt de Soignes - Waterloo
Portaal    Biologie

Deze ecoregio omvat van oorsprong gemengde naald- en loofbossen, duinvegetaties en heidevegetaties op zandige bodems. Heden ten dage zijn nog slechts fragmenten van deze oorspronkelijke vegetaties te vinden, het grootste deel ervan is lang geleden omgezet in intensief beheerd landbouwgebied en weilanden.

Atlantische gemengde bossen zijn in de regel een soortenrijke plantengroei, met een aantal endemische soorten. Ook de vogelfauna is zeer divers, met alleen al in Nederland meer dan 440 soorten. De meeste zoogdieren van deze ecoregio zijn ook elders in Europa te vinden, maar de zoogdierenfauna omvat talrijke Rode Lijst-soorten als de otter, de Europese nerts en verschillende vleermuizensoorten.

Kenmerken

Beuken-eikenbos
Associatie van struikhei en stekelbrem

Algemeen

De ecoregio van de Atlantische gemengde bossen bevindt zich op de westelijke kusten van het Europese continent. De oostgrens is niet duidelijk zichtbaar, maar wordt bepaald door het geleidelijk vervangen van oceanische door continentale soorten die de West-Europese loofbossen domineren. Geografisch bestaat het overwegend uit sedimentaire bekkens en laaglanden, met uitzondering van de heuvels van het Armoricaans Massief in Bretagne. De ecoregio kent tientallen grote laaglandrivieren en -stromen, zoals de Gironde, Loire, Seine, Schelde, Rijn, Eems, Wezer en Elbe.

De gemiddelde jaarlijkse temperaturen binnen de ecoregio liggen tussen 9° en 12°C, de jaarlijkse neerslag tussen 700 en 1.000 mm. Temperatuur en neerslag zijn daarmee geen limitatieve factoren voor de biodiversiteit. De bodem is overwegend zuur.

Plantengemeenschappen

De oorspronkelijke begroeiing van de ecoregio zijn bosgemeenschappen van de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselarme grond, zoals het berken-eikenbos en het beuken-eikenbos met de zomereik (Quercus robur) als dominante soort. Verder naar het zuiden wordt deze vervangen door ander eikensoorten als de wintereik (Q. petraea) en de donzige eik (Q. pubescens). Door menselijke activiteiten zijn de meeste natuurlijke bossen echter verdwenen en/of vervangen door naaldbossen, zodat het moeilijk is een biogeografische grens te trekken.

Langsheen de kustlijn zijn hier en daar nog natuurlijke droge heiden te vinden, aangepast aan de plaatselijke omstandigheden met veel wind en spatwater. Verder zijn de meeste natuurlijke bossen door de mens omgezet in vegetaties van de klasse van de droge heiden, zoals de associatie van struikhei en stekelbrem.

Zandduinsystemen zijn nu nog te vinden aan de zuidwestelijke kust van Frankrijk, vooral in de Landes, met natuurlijke en aangeplante bossen van de zeeden met een zeer diverse ondergroei met een aantal endemische soorten.


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.