Zeeden
De zeeden (Pinus pinaster) is een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae). Deze conifeer komt uit het Middellandse Zeegebied. De boom heeft goed afwaterende grond nodig om goed te groeien en wordt vaak aangeplant als beschutting en om het zand van de duinen vast te houden. De hoogte is circa 30 m.
Zeeden | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zeedennen langs een weg | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Pinus pinaster Aiton (1789) | ||||||||||||||
Mannelijke kegels | ||||||||||||||
Afbeeldingen Zeeden op | ||||||||||||||
Zeeden op | ||||||||||||||
|
Botanische beschrijving
De kroon is piramidevormig. Bij oudere bomen is er een lange, kale en bochtige stam. De takken staan dan ook wat meer gespreid aan de top, die dan tamelijk plat is. De boomschors is bleekgrijs of roodachtig bruin en heeft diepe groeven. Later wordt de schors donkerder. De takken zijn rozekleurig of roodachtig bruin en zijn onbehaard, in tegenstelling tot sommige andere dennen.
De knoppen zijn helder roodbruin. Ze zijn niet harsachtig en hebben franje aan de schubben. De zeeden heeft stevige, leerachtige naalden met een scherpe punt. De naalden groeien in paren en worden 15-25 cm lang.
De kegels zijn helder glanzend bruin en puntig. Ze worden tot 22 cm lang. De schubben dragen een naar boven gerichte stekel. De kegels blijven verscheidene jaren aan de boom zitten.
Toepassingen
Van zeedennen wordt hars afgetapt. Hiervan wordt terpentijn gemaakt dat wordt gebruikt in verf en vernis. Tevens wordt de hars gebruikt voor de fabricage van zeep en linoleum. Het hout vindt toepassing in de bouw, bij de productie van papier en vroeger ook voor telefoonpalen.
Externe link
- Zeeden (Pinus pinaster) op SoortenBank.nl (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
Zie de categorie Pinus pinaster van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Soorten van het geslacht Pinus (Den) |
---|
... · P. albicaulis (Asgrijze den) · P. aristata (Stoppelden) · P. balfouriana (Vossenstaartden) · P. brutia (Turkse den) · P. canariensis (Canarische den) · P. cembra (Alpenden) · P. contorta (Draaiden) · P. densiflora (Japanse rode den) · P. halepensis (Aleppoden) · P. heldreichii (Bosnische den) · Pinus hwangshanensis · P. jeffreyi (Jeffreyden) · P. koraiensis (Koreaanse den) · P. lambertiana (Suikerden) · P. longaeva (Langlevende den) · P. monophylla · P. monticola (Amerikaanse witte den) · P. mugo (Bergden) · P. muricata (Bishopden) · P. nigra (Zwarte den) · P. nigra subsp. laricio (Corsicaanse den) · P. nigra subsp. laricio 'Koekelare' (Koekelareden) · P. nigra subsp. nigra (Oostenrijkse den) · P. palustris (Moerasden) · P. parviflora (Japanse witte den) · P. peuce (Macedonische den) · P. pinaster (Zeeden) · P. pinea (Parasolden) · P. ponderosa (Ponderosaden) · P. pumila (Siberische dwergden) · P. radiata (Montereyden) · P. strobus (Weymouthden) · P. sibirica (Siberische den) · P. sylvestris (Grove den) · P. thunbergii (Japanse zwarte den) · P. wallichiana (Tranenden) · ... |