Alexis Carrel

Alexis Carrel (Lyon, 28 juni 1873Parijs, 5 november 1944) was een Franse chirurg, anatoom en bioloog.[1] Hij beoefende zijn beroep in Frankrijk en de Verenigde Staten van Amerika (Universiteit van Chicago en het Rockefeller Instituut). Een aantal van zijn onderzoekingen aan dit Instituut is voor de moderne geneeskunde van fundamentele betekenis geworden, onder andere zijn vindingen op het gebied van wondbehandeling en weefseloverplaatsing.

  Alexis Carrel
28 juni 18735 november 1944
GeboortelandFrankrijk
GeboorteplaatsLyon
OverlijdensplaatsParijs
NobelprijsFysiologie of Geneeskunde
Jaar1912
RedenVoor onderzoek naar de hechting van bloedvaten en transplantatie
Voorganger(s)Allvar Gullstrand
Opvolger(s)Charles Richet
Portaal    Geneeskunde

In 1912 kreeg Alexis Carrel de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde voor zijn onderzoek naar directe vaatanastomose, waardoor het mogelijk werd organen met hun eigen aan- en afvoerend bloedvaten te transplanteren.

Biografie

Carrel was de oudste zoon van drie kinderen in een rooms-katholiek gezin. Zijn vader, Alexis Carrel-Billiard, was een textielfabrikant en zijn moeder, Anne-Marie Ricard, de dochter van een linnenhandelaar. Als kind bezocht hij de St. Joseph jezuïetschool in Lyon. Aansluitend studeerde hij aan de Universiteit van Lyon, waar hij naast academische kennis ook de nodige praktijkervaring opdeed door te werken in lokale ziekenhuizen. Hij diende een jaar als legerarts bij de Alpine Chasseurs, de Franse bergtroepen.

Hij studeerde onder anatoom Leo Testut en als assistent in Testuts laboratorium liet hij een groot talent zien voor ontleding en chirurgie. In 1900 verkreeg hij zijn doctorstitel, maar bleef als assistent verbonden aan de Universiteit van Lyon in de hoop voor een meer vaste positie.

Carrel was sinds 1903, en met name van 1937-1944, een overtuigd katholieke geloofsverdediger. Carrel had in 1903 te Lourdes tweemaal medisch onverklaarbare genezingen van patiënten meegemaakt, van wie één patiënte in doodsgevaar door voortgeschreden tuberculose verkeerde.

Vanwege de gebeurtenis in Lourdes kon Carrel geen ziekenhuisaanstelling meer krijgen. Hij verliet in 1904 Frankrijk en ging naar het Franssprekende deel van Canada, naar Montreal. Echter kort naar zijn aankomst accepteerde hij een docentschap fysiologie aan het Hull-laboratorium van de Universiteit van Chicago. Hier zette hij zijn onderzoek voort naar vaatchirurgie en orgaantransplantatie. Twee jaar later kreeg hij de kans om in een gerenommeerd laboratorium te werken. Het recent opgerichte Rockefeller Institut for Medical Research in New York bood hem een positie aan, die hij accepteerde. De rest van carrière bleef Carrel verbonden aan dit instituut, waar hij zijn vaatchirurgie verfijnde en hij de eerste experimenten uitvoerde met bloedtransfusie en orgaantransplantatie.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft Carrel als chirurg aan het front in Frankrijk gewerkt. In 1939 keerde hij naar Frankrijk terug, en werd door de Franse regering in Vichy in 1940 belast met een speciale taak: de gezondheidszorg tijdens de militaire bezetting en in de vrije zone.

Werk

Vaatchirurgie

Omdat het hechten van bloedvaten vaak schade toebracht aan de binnenkant van de vaten, wat kon leiden tot dodelijke bloedstolsels, opereerden veel chirurgen liever niet op bloedvaten maar bonden deze af waardoor het weefsel afstierf en veel patiënten onnodig overleden. Dit was ook het geval toen in 1894 de Franse president Marie François Sadi Carnot bij een aanslag met een mes ernstig gewond raakte en doodbloedde doordat artsen de beschadigde aders niet konden herstellen.

Dit liet een zodanig diepe indruk achter op Carrel dat hij besloot deze vorm van chirurgie eigen te maken. Hij ontwikkelde een nieuwe manier om bloedvaten te hechten doordat hij naailes nam bij ervaren borduursters die heel fijne naalden en draden gebruikten. Ten slotte oefende hij niet alleen op papier totdat hij overtuigd van zijn deskundigheid was, maar richtte zich ook op het verminderen van de risico's op infecties en het handhaven van de bloedstroom door de herstelde aders. Voor dit werk werd hij in 1912 onderscheiden met de Nobelprijs.

Wondantisepsis

Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft Carrel als chirurg aan het front in Frankrijk gewerkt. Samen met de Engelse scheikundige Henry Drysdale Dakin ontwikkelde hij een methode voor wondbehandeling (Carrel-Dakin-methode), die voordat antibiotica werd ontdekt veel werd gebruikt voor het ontsmetten van wonden. Voor deze ontdekking kreeg Carrel het Franse Legioen van Eer.

Orgaantransplantatie

Naast vaatchirurgie had Carrels werk voornamelijk betrekking transplantatie van weefsels en organen en op het kweken van weefsels buiten het lichaam. Het pionierswerk van Emerich Ullman – de autotransformatie van een nier in een hond – werd overgenomen door Carrel: het herstel van een normale bloedsomloop in het overgeplante orgaan en hij bedacht geslaagde chirurgische technieken om kleine bloedvaten te hechten.

In 1936 slaagde hij erin, met medewerking van de beroemde oceaanvlieger Charles Lindbergh, belangrijke organen voor onbepaalde tijd buiten het lichaam 'in leven' en beademd te houden. Hiervoor ontwierp Carrel, met de technische expertise van Lindbergh, een speciaal gesteriliseerde glazen pomp die gebruikt werd om vloeibare voedingsstoffen te circuleren door de organen die in het laboratorium bewaard werden. Samen verschenen ze op de cover van Time met hun 'mechanische hart'.[2]

De onbekende mens

In 1935 schreef Alexis Carrel het klassiek geworden boek: L'homme cet inconnu (De onbekende man). Destijds, toen de gevaren van wetenschappelijke overspecialisatie en de ontoereikendheid van het gangbare mensbeeld langzamerhand zichtbaar werden, zorgde dit boek voor nogal wat opschudding. Het sloot ook aan op een onrust die al door andere schrijvers was opgemerkt. Een buitengewoon opmerkelijke passage in dat boek handelt over het verschil tussen kwaliteit en kwantiteit, en is opgenomen in hoofdstuk VIII: 'De vernieuwing van de mens'. Hij zegt daar onder meer het volgende:

"...De fout, die verantwoordelijk is voor onze misère, berust op een verkeerde interpretatie van het geniale idee van Galilei. Galilei onderscheidde namelijk de primaire kwaliteiten van de dingen, dimensies en gewicht, die gemakkelijk kunnen worden gemeten, van de secundaire kwaliteiten, vorm of reuk, die niet kunnen worden gemeten. Zo werd het kwantitatieve gescheiden van het kwalitatieve.

Het kwantitatieve, uitgedrukt in mathematische taal, bracht de mensheid de wetenschap. Het kwalitatieve werd hierin helaas sterk verwaarloosd. Het doel van de wetenschap is toch stoffelijk en geestelijk nut voor de mens te zijn, waarbij verwacht zou mogen worden, dat evenveel betekenis wordt gehecht aan gevoelens als aan thermodynamica..."

Carrel hield zich in dat boek ook al bezig met de catastrofale omvang en de gevolgen van de oorlog die tussen 1939 en 1945 Europa in zijn greep hield.

Publicaties

  • 1935 - L'homme cet inconnu (ISBN 978-2266036566)
Zie de categorie Alexis Carrel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.