век

Niet te verwarren met: веко

Russisch

Uitspraak
  • IPA: vʲɛk
enkelvoud meervoud
nominatief ве́квека́
genitief ве́кавеко́в
datief ве́кувека́м
accusatief ве́квека́
instrumentalis ве́комвека́ми
locatief о ве́ке
во веку́
века́х

Zelfstandig naamwoord

век m

  1. tijdperk
    Большое внимание было уделено изучению памятников переходного времени от неолита к бронзовому веку и от бронзового века к раннему железному.
    «Er werd grote aandacht besteed aan de bestudering van de overblijfselen van de overgangstijd van het neolithicum naar het bronzen tijdperk en van de brons- naar de ijzertijd.»
  2. leven, tijd
    На своём веку этот кот повидал немало.
    «Deze kat heeft in zijn leven aardig wat meegemaakt.»
  3. eeuw
    В четырнадцатом веке роль руководящей державы на Западе берет на себя Франция.
    «In de veertiende eeuw nam Frankrijk de rol van leidende staat van het Westen op zich.»
  4. lange tijd
    Я тебя век не видел.
    «Ik heb je in geen tijden gezien.»
  5. genitief mv van веко.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.