zwenk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwenk
enkelvoud meervoud
naamwoord zwenk zwenken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zwenk m [1]

  1. draaiende beweging
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zwenken

zwenk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwenken
    • Ik zwenk. 
  2. gebiedende wijs van zwenken
    • Zwenk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwenken
    • Zwenk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zwenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.