zwendel
Nederlands
Woordafbreking
- zwen·del
Hyponiemen
- aandelenzwendel, diplomazwendel, huwelijkszwendel, miljoenenzwendel, piramidezwendel, relatiezwendel
Afgeleide begrippen
- zwendelaar, zwendelaarster, zwendelarij, zwendelfirma, zwendelpraktijk, zwendelzaak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwendelen |
zwendel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwendelen
- Ik zwendel.
- gebiedende wijs van zwendelen
- Zwendel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwendelen
- Zwendel je?
Gangbaarheid
- Het woord zwendel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwendel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.