oplichting
Nederlands
Woordafbreking
- op·lich·ting
Zelfstandig naamwoord
oplichting v
- bedrog waarbij men iemand geld of goed afhandig weet te maken
- Hij was betrokken in vele zaken met betrekking tot oplichting, dus dat is niet iemand waar je zaken mee wilt doen.
Vertalingen
1. bedrog waarbij men iemand geld of goed afhandig weet te maken
Gangbaarheid
- Het woord oplichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oplichting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.