zwemles
Nederlands
Woordafbreking
- zwem·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwem ww en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemles | zwemlessen |
verkleinwoord | zwemlesje | zwemlesjes |
Zelfstandig naamwoord
zwemles v/m
- (sport), (onderwijs) gelegenheid waarbij iemand beroepsmatig anderen leert zwemmen
- De zwemles begon om drie uur 's middags.
Gangbaarheid
- Het woord zwemles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwemles' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.