zuiveren

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
zuiverenzuiverend
zuiveringgezuiverd
Uitspraak
Woordafbreking
  • zui·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zuiveren
zuiverde
gezuiverd
zwak -d volledig

Werkwoord

zuiveren overgankelijk [2]

  1. van verontreinigingen ontdoen
    • Dit rietbed zuivert het rivierwater. 
  1. (techniek) raffineren, veredelen
  2. (politiek) ontdoen van politieke tegenstanders
  3. van een smet bevrijden
  4. fouten of onvolkomenheden verwijderen uit
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zuiveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.