zouten
Nederlands
Woordafbreking
- zou·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zouten |
zoutte |
gezouten |
zwak -t
gemengd |
volledig |
Werkwoord
zouten
- overgankelijk met zout conserveren
- Haring moet licht gezouten worden om een parasiet te doden.
Verwante begrippen
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
zouten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zout
- De zouten van natrium en kalium zijn meestal goed oplosbaar.
Gangbaarheid
- Het woord zouten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zouten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.