inmaken
Nederlands
Woordafbreking
- in·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en maken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inmaken |
maakte in |
ingemaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inmaken [2]
- overgankelijk (kookkunst) conserveren (d.m.v. inleggen in zout of een marinade of ander conserveermiddel)
- overgankelijk (spel) verslaan
- Ik zal je inmaken met boter en suiker!
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord inmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inmaken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.