inmaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inmaken
maakte in
ingemaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

inmaken [2]

  1. overgankelijk (kookkunst) conserveren (d.m.v. inleggen in zout of een marinade of ander conserveermiddel)
  2. overgankelijk (spel) verslaan
    • Ik zal je inmaken met boter en suiker! 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.