zomerverblijf

Nederlands

villa aan de dijk als zomerverblijf
Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·ver·blijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerverblijf zomerverblijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zomerverblijf o

  1. woning om tijdens de zomermaanden (in de vakantie) in te wonen, meestal gelegen buiten de stad
Verwante begrippen
Antoniemen
  • winterverblijf

Gangbaarheid

  • Het woord zomerverblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.