zomerverblijf
Nederlands
villa aan de dijk als zomerverblijf
Woordafbreking
- zo·mer·ver·blijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zomer en verblijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerverblijf | zomerverblijven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zomerverblijf o
- woning om tijdens de zomermaanden (in de vakantie) in te wonen, meestal gelegen buiten de stad
Verwante begrippen
- vakantieverblijf, buitenhuis, villegiatuur
Gangbaarheid
- Het woord zomerverblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zomerverblijf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.