zoenen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoe·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zoenen
zoende
gezoend
zwak -d volledig

Werkwoord

zoenen

  1. met de mond liefkozen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

zoenen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zoen

Gangbaarheid

  • Het woord zoenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Zelfstandig naamwoord

zoenen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zoen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.