zoendood
Nederlands
Woordafbreking
- zoen·dood
Zelfstandig naamwoord
zoendood m
- (religie) de dood van Jezus als noodzakelijkheid voor de verzoening van de zonden der gelovigen
- De zin: "De leer van de zoendood van Christus is geen leer van de evangelies, maar alleen Paulinisch" (DH 3438), is door Pius X, in het decreet "Lamentabili" als modernisme veroordeeld.
Gangbaarheid
- Het woord zoendood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zoendood' herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.