zoenerig
Nederlands
Woordafbreking
- zoe·ne·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zoenerig | zoeneriger | zoenerigst |
verbogen | zoenerige | zoenerigere | zoenerigste |
partitief | zoenerigs | zoenerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zoenerig
- geneigd veel te zoenen
- Wat ben jij zoenerig vandaag, zeg!
Gangbaarheid
- Het woord zoenerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zoenerig' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.