zinsverbijstering
Nederlands
Woordafbreking
- zins·ver·bijs·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zin zn en verbijstering zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinsverbijstering | zinsverbijsteringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zinsverbijstering v [1]
- (medisch) tijdelijke periode van waanzin
- In een vlaag van zinsverbijstering sprong de man het veld op en wist hij de vijandelijke doelpoging te verijdelen met een prachtige sliding tackle. En hij had ondertussen ook nog zijn medische tassen vast! [2]
- De echtgenoot van de vrouw trof het drietal dinsdagavond aan. Justitie stelde dat de zelfmoorden plaatsvonden uit „collectieve zinsverbijstering.” [3]
Gangbaarheid
- Het woord zinsverbijstering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zinsverbijstering' herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 25 sep. 2012 Doldwaze verzorger belet aanvaller te scoren
- Reformatorisch Dagblad 18-08-2010 Drievoudige zelfmoord gezin België
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.