zinnelijk
Nederlands
Woordafbreking
- zin·ne·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘de zinnen bevredigend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1461 [1]
- afgeleid van zin met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zinnelijk | zinnelijker | zinnelijkst |
verbogen | zinnelijke | zinnelijkere | zinnelijkste |
partitief | zinnelijks | zinnelijkers | - |
Antoniemen
- onzinnelijk
Hyponiemen
Vertalingen
2.-3.
Gangbaarheid
- Het woord zinnelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zinnelijk' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.