zetelwinst
Nederlands
Woordafbreking
- ze·tel·winst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zetel en winst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetelwinst | zetelwinsten |
verkleinwoord | zetelwinstje | zetelwinstjes |
Zelfstandig naamwoord
zetelwinst v
- (politiek) een toename van het zetelaantal van een partij bij (eventuele) verkiezingen
- De partij staat volgens het laatste opinieonderzoek op een zetelwinstje van slechts twee zetels, in plaats van de twaalf bij de vorige peiling.
Vertalingen
1. een toename van het zetelaantal van een partij bij (eventuele) verkiezingen
Gangbaarheid
- Het woord zetelwinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zetelwinst' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.