pleger
Nederlands
Woordafbreking
- pleĀ·ger
Zelfstandig naamwoord
pleger m
- iemand die iets specifieks doet (meestal in het eerste lid vermeld), vooral van daden met een negatieve connotatie
Hyponiemen
- aanslagpleger, couppleger, geweldpleger, incestpleger, medepleger, meerpleger, ontuchtpleger, plichtpleger, schennispleger, veelpleger, zedenpleger
Gangbaarheid
- Het woord pleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pleger' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.