zaagsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaagsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zaxsəl/
Woordafbreking
  • zaag·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van zagen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagsel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zaagsel o

  1. een uit houtvezels bestaande stof die ontstaat bij het zagen van hout
    • Deze pop is gevuld met zaagsel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zaagsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.