wisselgeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wis·sel·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wisselgeld -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

wisselgeld o

  1. geld dat men terugontvangt bij het inwisselen van groot geld of na een betaling met een groter bedrag dan men verschuldigd is
  2. kleingeld
  3. kleine concessie om een plan als geheel aanvaard te krijgen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wisselgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.