winket
![](../I/m/Zalipie_stodola.jpg)
Schuurdeur met winket
Nederlands
Woordafbreking
- win·ket
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winket | winketten |
verkleinwoord | winketje | winketjes |
Zelfstandig naamwoord
winket o
- (bouwkunde) een kleine deur in of naast een grote deur
- Personen gaan door het winket, voor voertuigen opent men de grote deuren.
- (bouwkunde) een deurluik
Gangbaarheid
- Het woord winket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'winket' herkend door:
5 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.