wijsdomtandekke
Nederlands
de ligging van de vier wijsheidstandekkes
Woordafbreking
- wijs·dom·tan·dek·ke
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wijsdom zn en tandekke zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijsdomtandekke | wijsdomtandekkes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wijsdomtandekke o
- de achterste kies van iedere kaakhelft van het volwassen gebit van een mens
- In enkele oude drukken van Van Dale staat het volgens het Genootschap Onze Taal nog duidelijker: ‘een der achterste kiezen onder en boven aan beide zijden in den mond, welke eerst verschijnt wanneer het verstand tot rijpheid gekomen is’. Vandaar ook de Engelse wisdom tooth, de Duitse Weißheitszahn, de Franse dent de sagesse en de Belgische wijsheidstand of het wijsdomtandekke – afgeleid van het Latijnse dens sapientiae ofwel de ‘tand der wijsheid’.[1]
Verwijzingen
- NRC Rachid van Holst 15 mei 2008
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.