wijkplaats
Nederlands
Woordafbreking
- wijk·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wijken zn en plaats zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkplaats | wijkplaatsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wijkplaats v/m [1]
- een plek waar je bij gevaar naartoe kunt vluchten
- Sirte gold als de officieuze hoofdstad van IS in Libië en als een mogelijke wijkplaats, mocht de beweging in Syrië en Irak te zeer in het nauw komen. Sinds ze in mei de aanval inzetten op de kuststad hebben regeringstroepen de extremisten echter huis voor huis en straat voor straat weten terug te dringen. Sinds begin deze maand krijgen ze bovendien luchtsteun van de Verenigde Staten.[2]
- Een islamitische afscheidingsbeweging in het zuiden van Thailand gebruikt Maleisië bovendien als wijkplaats en uitvalsbasis. Internationale terroristen gebruiken het als een doorvoerland.[3]
Synoniemen
- vrijplaats, vluchtoord, toevluchtsoord, toevluchthaven, schuilplaats, schuilkelder, refuge, vluchtplaats, asiel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wijkplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wijkplaats' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 28 aug. 2016
- Volkskrant Michel Maas 14 augustus 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.