werkjaar
Nederlands
Woordafbreking
- werk·jaar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk en jaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkjaar | werkjaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
werkjaar o
- periode van 1 jaar waarin werkzaamheden zijn georganiseerd, vaak wordt een werkjaar ná de zomervakantie geopend en vóór de zomervakantie gesloten.
- - In het onderwijs wordt het werkjaar ook wel schooljaar genoemd.
Gangbaarheid
- Het woord werkjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'werkjaar' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- inleiding bij de Troonrede 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.