wereldeconomie
Nederlands
Woordafbreking
- we·reld·eco·no·mie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wereld en economie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldeconomie | wereldeconomieën |
verkleinwoord | wereldeconomietje | wereldeconomietjes |
Zelfstandig naamwoord
wereldeconomie v
- (economie) het geheel van economische betrekkingen tussen alle landen van de wereld
- De wereldeconomie staat op instorten.
- (economie) het geheel van economische activiteiten in de wereld
- De wereldeconomie is dit jaar met vijf procent gegroeid.
- (economie) geïntegreerde markt: voor produktie, kapitaalverkeer en handel voor allerlei actoren
- Van de neoliberale opvatting is in deze discussie de duidelijkste representant Edwin van de Haar. In zijn visie is het uiteindelijk het beste dat de wereldeconomie geheel wordt vrijgemaakt, daarmee met name doelend op vrij kapitaalverkeer en vrijhandel.[1]
- (economie) grensoverschrijdende economische activiteit
Vertalingen
1. geheel van economische betrekkingen tussen alle landen van de wereld
Gangbaarheid
- Het woord wereldeconomie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.