wekker

Een wekker.

Nederlands

Uitspraak

Geluid: wekker (hulp, bestand)
IPA: /ˈʋɛkər/

Woordafbreking

wek·ker

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van wekken met het achtervoegsel -er [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wekker	wekkers
verkleinwoord	wekkertje	wekkertjes

Zelfstandig naamwoord

wekker m

een apparaat dat gebruikt wordt om de tijd bij te houden en een functie heeft die veel geluid produceert op een ingestelde tijd

- Zet de wekker voor morgenochtend maar een halfuurtje eerder, het wordt druk morgen.

Hyponiemen

eierwekker, keukenwekker, kookwekker, plaswekker, radiowekker, reiswekker, repeteerwekker

Afgeleide begrippen

wekkerradio

Anagrammen

kweker

Vertalingen

1. een apparaat dat gebruikt wordt om de tijd bij te houden en een functie heeft die veel geluid produceert op een ingestelde tijd

Duits: Wecker ^(de) m
Engels: alarm clock ^(en)
Frans: réveille-matin ^(fr) m

Spaans: despertador ^(es) m
Zweeds: väckarklocka ^(sv) g

Gangbaarheid

Het woord wekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wekker' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

wekker op website: Etymologiebank.nl

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.