weggaan
Nederlands
Woordafbreking
- weg·gaan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg bw en gaan
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
weggaan |
ging weg |
weggegaan |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
weggaan
- ergatief zich ergens vandaan begeven
- We moeten nu echt weggaan, anders komen we niet meer op tijd.
- ergatief uitgaan, feesten
- Wilde jij vanavond nog weggaan?
- ergatief uit een relatie stappen
- De vriendin van de buurman is gisteren bij hem weggegaan.
Vertalingen
1. zich ergens vandaan begeven
Gangbaarheid
- Het woord weggaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weggaan' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.