weduwnaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·duw·naar
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘man wiens vrouw is overleden’ voor het eerst aangetroffen in 1405 [1]
  • Afgeleid van weduwe met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord weduwnaar weduwnaars
verkleinwoord weduwnaartje weduwnaartjes

Zelfstandig naamwoord

weduwnaar m

  1. man wiens huwelijkspartner overleden is
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weduwnaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.