wed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wed    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʋɛt/
Woordafbreking
  • wed
enkelvoud meervoud
naamwoord wed wedden
verkleinwoord wedje wedjes

Zelfstandig naamwoord

wed o

  1. doorwaadbare plaats, voorde [1] [2]
  2. drenkplaats
  3. weddenschap [3] [4] [5]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • wedder
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord wed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Werkwoord

vervoeging van
wedden

wed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedden
    • Ik wed. 
  2. gebiedende wijs van wedden
    • Wed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedden
    • Wed je? 

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.