wapenfeit
Nederlands
Woordafbreking
- wa·pen·feit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wapen zn en feit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wapenfeit | wapenfeiten |
verkleinwoord | wapenfeitje | wapenfeitjes |
Zelfstandig naamwoord
wapenfeit o [1]
- (militair) oorlogshandeling
- (figuurlijk) belangrijke prestatie
- De grootste kans was voor Karim Benzema, die op aangeven van Marcelo de bal tegen de buitenkant van de paal schoot. Paulinho tekende voor de wapenfeiten van de bezoekers, maar ook hij wist bij twee kansen het net niet te vinden.[2]
- Hun nieuwe album is het tweede in hun project van ’Vijf Wonderbaarlijke Wapenfeiten’. Met dit project wil Zwart Licht een onuitwisbaar stempel op de Nederlandse hiphopgeschiedenis drukken.[3]
- De maatregel geeft aan dat Keijzer het liefst een monopolie van PostNL zou zien, meent Sandd. "Dit eerste wapenfeit geeft in ieder geval duidelijk aan uit welke hoek de wind waait. Klaarblijkelijk is er veel aan gelegen om te voorkomen dat de consument een eerlijke prijs gaat betalen."[4]
Synoniemen
- [1] krijgsverrichting
- [2] heldendaad, krachttoer, stunt, tour de force, verdienste, huzarenstukje
Gangbaarheid
- Het woord wapenfeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wapenfeit' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 23 december 2017
- de Telegraaf 15 december 2017
- de Telegraaf 30 november 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.