waarder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van waren met het achtervoegsel -der
enkelvoud meervoud
naamwoord waarder waarders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

waarder [1] [2]

  1. bewaarder, bewaker, wachter
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

waarder

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van waar

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.