vuistbijl

Vuistbijl.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuistbijl    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈvœʏ̯sbɛːɫ/, (duidelijk uitgesproken) /ˈvœʏ̯sdbɛːɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈvœːstbɛːɫ/
    • (Limburg): /ˈvœːzbɛɪ̯l/
Woordafbreking
  • vuist·bijl
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuistbijl vuistbijlen
verkleinwoord vuistbijltje vuistbijltjes

Zelfstandig naamwoord

vuistbijl v/m

  1. (archeologie) een kerngereedschap uit het paleolithicum, het Acheuléen en het Moustérien, dat voorkomt in Afrika, Europa, het westen van Eurazië, India en het westen van China, maar niet verder naar het oosten
    • Vuistbijlen kunnen in een kwartier tijd uit vuursteen gehakt worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vuistbijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.