vrijwaren
Nederlands
Woordafbreking
- vrij·wa·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘behoeden’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1]
- samenstelling van vrij en bewaren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vrijwaren |
vrijwaarde |
gevrijwaard |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vrijwaren
- overgankelijk waarborgen, behoeden, veilig stellen
- (juridisch) (bij verkoop:) garanderen dat het verkochte vrij is van aanspraken door derden, van schulden en lasten
Gangbaarheid
- Het woord vrijwaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrijwaren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.