vriesweer
Nederlands
[[afbeelding: Sint Nicolaas en Piet, hun ramen van auto beslagen door vriesweer, Bestanddeelnr 915-8124.jpg |thumb|]bevroren autoruiten tijdens vriesweer]
Woordafbreking
- vries·weer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vriezen ww en weer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vriesweer | |
verkleinwoord | vriesweertje | vriesweertjes |
Zelfstandig naamwoord
vriesweer o [1]
- weer waarbij het buiten kouder is dan 0 oC
- De Belgische wijnsector kende in 2015 een absoluut record met een productie van 1.025.499 liter. De terugval in 2016 tot 753.030 liter was een gevolg van de slechte weersomstandigheden. Ook in 2017 waren deze omwille van het vriesweer in april van dat jaar niet optimaal.[2]
- Een mogelijke verklaring voor de opflakkering deze week ziet de griepspecialist in de recente koudegolf. ‘Ik denk dat het uitzonderlijke droge en koude vriesweer de verspreiding van het griepvirus heeft versterkt’, aldus Van Gucht. ‘Het huidige warmere en natte weer zou er normalerwijs moeten toe leiden dat we volgende week van een afname kunnen spreken.’[3]
Gangbaarheid
- Het woord vriesweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vriesweer' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 04/04/2018 ‘België wordt steeds meer een wijnland’: productie steeg vorig jaar met twaalf procent
- de Standaard 07/03/2018 Uitzonderlijk: griepepidemie blijft voortduren
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.