zomerweer
Nederlands
Woordafbreking
- zo·mer·weer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zomer en weer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerweer | - |
verkleinwoord | zomerweertje | zomerweertjes |
Zelfstandig naamwoord
zomerweer o [1]
- (meteorologie) warm, mooi weer zoals het in de zomer zelfs in Nederland van tijd tot tijd zou moeten zijn
- (11 september:) Het is definitief gedaan met het mooie zomerweer. Vermoedelijk voor de laatste keer dit jaar is het aangenaam warm en schijnt volop de zon.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zomerweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zomerweer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.