vraagzin
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vraagzin (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvraχzɪn/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvraxzɪn/
- (Limburg): /ˈvraɣzɪn/
Woordafbreking
- vraag·zin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vraag en zin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vraagzin | vraagzinnen |
verkleinwoord | vraagzinnetje | vraagzinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
vraagzin m
- (grammatica) een zin in de vorm van een vraag
- De opdracht was om de zin om te zetten naar een vraagzin.
Vertalingen
1. een zin in de vorm van een vraag
Gangbaarheid
- Het woord vraagzin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vraagzin' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.