voorzichtig
Nederlands
Woordafbreking
- voor·zich·tig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘behoedzaam, omzichtig’ voor het eerst aangetroffen in 1583 [1]
- Samenstellende afleiding van voor en zicht met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | voorzichtig | voorzichtiger | voorzichtigst |
verbogen | voorzichtige | voorzichtigere | voorzichtigste |
partitief | voorzichtigs | voorzichtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
voorzichtig
- op een oplettende, rustige manier
- Ben je voorzichtig met die glazen? Die kunnen beter niet stuk.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. op een oplettende manier
Gangbaarheid
- Het woord voorzichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorzichtig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.