prudent
Nederlands
Woordafbreking
- pru·dent
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prudent | prudenter | prudentst |
verbogen | prudente | prudentere | prudentste |
partitief | prudents | prudenters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
prudent [2]
- met zorg, getuigend van wijsheid, getuigend van inzicht
- Cruciaal is en blijft 'een prudent niveau van overheidsschuld', zoals het Centraal Planbureau dat eerder dit jaar noemde. Momenteel betalen alle Nederlanders samen - zelfs bij de huidige lage rentestand - 11 miljard euro per jaar aan rente over de overheidsschuld. Als de schuld groeit en de rente stijgt, gaat die rentelast steeds zwaarder drukken op economische groei, op betaalbaarheid van voorzieningen en op de inkomens van mensen. [3]
- 'Frankrijk heeft een enorme inspanning geleverd om zijn overheidsfinanciën op orde te brengen' zei Rehn. 'Deze ontwerpbegroting wordt gekenmerkt door verantwoordelijk en prudent beleid.' De Finse eurocommissaris prees vooral de realistische aannames voor de economische groei waarop de plannen volgens hem zijn gebaseerd. [4]
- De redactie respecteert anonieme meldingen en gaat daar prudent mee om. Reageren, ook door zorgaanbieders, kan nog steeds naar j.kodde@tctubantia.nl. [5]
Gangbaarheid
- Het woord prudent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prudent' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- prudent op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 17-09-13, Lees de volledige troonrede hier terug
- Tubantia 26-09-13, EU positief over Franse begrotingsplannen
- Tubantia 17-08-14 Foute zorgdeclaraties zijn groot maatschappelijk probleem
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.