voorzang
Nederlands
Woordafbreking
- voor·zang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor vz en zang zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorzang | voorzangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
voorzang m [1]
- (religie) een lied dat gezongen wordt voordat de mis is begonnen
- (muziek) gezang van iemand die voorzingt en zo een groep van zangers leidt
- De bijhorende muziek is geboren uit de behoefte om de teksten te overwegen en te heroverwegen in een gemeenschap. Je hebt de voorzang, die gevolgd wordt door een antwoord of responsorium. Letterlijk een herhaling.[2]
- 'Maar kanaries kweken, is een hobby die een grote inzet vraagt. Je hebt er eigenlijk elke dag werk aan: kweken, opleiden, voorbereiden voor wedstrijden... En je moet elk jaar opnieuw beginnen, want enkel jonge vogels mogen aan de wedstrijden deelnemen. De goede oude vogels worden bewaard om te kweken of voor de voorzang.'[3]
Synoniemen
- [1] introïtus
- [2] voorgezang
Gangbaarheid
- Het woord voorzang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorzang' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 06 NOVEMBER 2014 Muziek in slow motion
- de Standaard 29 DECEMBER 2009 'Ze komen zelfs uit Marokko om onze kanaries te zien'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.