voorrecht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorrecht voorrechten
verkleinwoord voorrechtje voorrechtjes

Zelfstandig naamwoord

voorrecht o

  1. (juridisch) recht, aan een persoon of een lichaam boven anderen toegekend
  2. omstandigheid waardoor men begunstigd is
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.