voorhuid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·huid
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘huidplooi die de eikel bedekt’ voor het eerst aangetroffen in 1526 [1]
  • samenstelling van  voor   en  huid   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord voorhuid voorhuiden
verkleinwoord voorhuidje voorhuidjes

Zelfstandig naamwoord

voorhuid v/m

  1. (anatomie) voorhuid van penis
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorhuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.