volant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volant    (hulp, bestand)
  • IPA: /voˈlɑ̃t/
Woordafbreking
  • vo·lant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volant volants
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

volant m

  1. (sport) pluimbal zoals gebruikt bij badminton [2]
  2. strook op een japon, aan kleden e.d [3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord volant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

volant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van voler
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.