vogelnestje
Nederlands
Woordafbreking
- vo·gel·nest·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vogel zn en nestje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vogelnestje | vogelnestjes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vogelnestje o
- nestje van een vogel (Aves
) - (plantkunde) Neottia nidus-avis
plant uit de orchideeënfamilie, vogelnestorchis - (sport) gymnastische figuur waarbij men met handen en voeten aan de ringen hangt en een holle rug maakt
- (voeding) snack bestaande uit een grote gehaktbal gevuld met een hardgekookt ei
- (voeding) het van speeksel gebouwde en gedroogde nestje van een bepaalde Aziatische gierzwaluw, de eetbaar-nestsalangaan (Aerodramus fuciphagus
)
Afgeleide begrippen
- [5] vogelnestjessoep
Vertalingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.