vlerk
Nederlands
Woordafbreking
- vlerk
Zelfstandig naamwoord
vlerk m, v
- Je weet het natuurlijk niet zeker, maar in de reacties op de online necrologieën lijkt een andere generatie aan het woord: „De man was domweg een arrogante vlerk”, schrijft iemand in de FAZ, „met zijn morele superioriteit en zijn ‘verheven’ wereldbeeld”.[3]
- vleugel
- (informeel) hand
- Blijf er met je vlerken af!
Hyponiemen
- arendsvlerk
Afgeleide begrippen
- vlerkachtig, vlerkerig
Gangbaarheid
- Het woord vlerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vlerk' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.