vierschaar
Nederlands
Woordafbreking
- vier·schaar
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rechtbank’ voor het eerst aangetroffen in 1153 [1]
- samenstelling van vier en schaar [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierschaar | vierscharen |
verkleinwoord | vierschaartje | vierschaartjes |
Zelfstandig naamwoord
vierschaar v / m [3]
- (juridisch) (geschiedenis) vroegere vorm van rechtbank
- rechtszaal voor die rechtbank
Gangbaarheid
- Het woord vierschaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vierschaar' herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.