verzekeringspremie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·rings·pre·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeringspremie verzekeringspremies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verzekeringspremie v [1]

  1. geld dat een verzekerde moet betalen aan een verzekeringsmaatschappij in ruil voor een verzekering dat die maatschappij bij schade betaalt
    • De consumentenprijsindex, of CPI, is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en -diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.[2] 
    • Ik zou de verzekeringsmaatschappijen willen vragen om mensen die ongelukken veroorzaken in de winter en op zomerbanden rijden een strafkorting te geven van bijvoorbeeld 10 procent van het schadebedrag. Dit zou een verhoging van de verzekeringspremie voorkomen voor mensen die wel op winterbanden rijden.[3] 
Synoniemen
Hyponiemen
  • zorgverzekeringspremie, allriskverzekeringspremie
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord verzekeringspremie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 09 jan. 2018
  3. de Telegraaf 11 dec. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.