verzekeringsgeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·rings·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeringsgeld verzekeringsgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verzekeringsgeld o

  1. geld dat de verzekerde krijgt van de verzekeringsmaatschappij bij een gebeurtenis waarvoor men verzekerd is
    • Een jaar na de grote overstroming bij het VUmc in Amsterdam is er een akkoord met de verzekeraars over het uit te keren bedrag. Het Amsterdamse ziekenhuis krijgt 34,8 miljoen euro verzekeringsgeld uitgekeerd, dat heeft het VUmc bevestigd na berichtgeving in het Nederlands Dagblad. Het ziekenhuis moest door de overstroming worden ontruimd. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord verzekeringsgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. NRC Bas Tooms 8 september 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.