versnellen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·snel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versnellen |
versnelde |
versneld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
versnellen
- overgankelijk een grotere snelheid doen bereiken
- Een katalysator versnelt een chemische reactie.
Vertalingen
1. een grotere snelheid (doen) bereiken
Gangbaarheid
- Het woord versnellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'versnellen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.